Zo kun je stoppen met locatie delen via apps op iPhone en iPad
In dit artikel:
Op iPhone en iPad kunnen apps je locatie nauwkeurig volgen en deze informatie delen met externe partijen, zoals adverteerders. Hoewel sommige apps, zoals navigatieprogramma’s, daadwerkelijk locatiegegevens nodig hebben om goed te functioneren, is het belangrijk bewust om te gaan met welke apps toegang krijgen. Zo is het bij bijvoorbeeld Instagram vaak niet noodzakelijk om je exacte locatie te delen.
In iOS kun je per app instellen of en wanneer ze je locatie mogen gebruiken. Dit doe je via Instellingen > Privacy en beveiliging > Locatievoorzieningen. Er zijn vijf opties mogelijk, variërend van nooit toegang tot altijd toegang, waarbij je ook kunt bepalen of apps je exacte locatie mogen weten of slechts een globale locatie. Deze keuzes verschillen per app, afhankelijk van het nut van de locatie-informatie. Zo heeft een navigatie-app baat bij precieze data, terwijl een weer-app genoeg heeft aan een ruwe locatie binnen een regio.
Daarnaast waarschuwt Apple dat sommige apps, bijvoorbeeld Google-diensten, locatiegegevens op accountniveau kunnen bundelen, waardoor het weigeren van locatie voor één app niet betekent dat je locatie helemaal onbekend blijft voor die partij. Voor extra privacy kun je het delen van locatie volledig uitschakelen via een algemene schakelaar, maar dit voorkomt ook het gebruik van locatieservices door Apple Kaarten, Siri en andere systemapps, wat het gebruiksgemak kan verminderen.
Door bewust om te gaan met locatie-instellingen en per app te bepalen welke mate van locatie-toegang nodig is, kun je de privacy beter beschermen terwijl je functionaliteit behoudt. Voor apparaten die weinig worden gebruikt, zoals een oude iPhone of een iPad die thuis blijft liggen, kan het uitschakelen van locatie delen een goede keuze zijn om onnodige gegevensdeling tegen te gaan.