Verschillen tussen Apple TV, tv en Apple TV-app

In dit artikel:

Apple gebruikt dezelfde naam voor drie verschillende producten, wat consumenten kan verwarren. Kort uitgelegd:

- Apple TV (hardware): een fysieke mediaspeler die je via HDMI op je televisie aansluit (model Apple TV 4K). De speler ondersteunt 4K, Dolby Vision, HDR10+ en Dolby Atmos en wordt bediend met de Siri Remote (3e generatie, USB-C) met clickpad of spraakbediening. De Apple TV fungeert ook als woninghub voor slimme woningaccessoires.

- Apple TV‑app (TV‑app): een door Apple ontwikkelde applicatie die standaard op de Apple TV staat, maar ook op andere platformen beschikbaar is. De app brengt verschillende video‑diensten en je persoonlijke bibliotheek bij elkaar: aangekochte of gehuurde iTunes‑films, kanalen en Apple’s eigen aanbod. De interface is opgedeeld in tabbladen zoals Kijk nu, Originals, Sports en Store, en bevat categorieën om nieuwe titels te ontdekken. Aankopen van gezinsleden en eerder gekochte of gehuurde films zijn terug te vinden in de bibliotheek.

- tv (streamingdienst, voorheen Apple TV+): de naam waaronder Apple zijn originele series en films aanbiedt. Deze exclusieve content is alleen via de Apple TV‑app toegankelijk en vereist een abonnement dat je binnen de app afsluit. iTunes‑films en andere commerciële titels blijven apart en vallen meestal niet onder dat abonnement. De meeste Apple Originals worden in 4K opgenomen en ondersteunen Dolby Atmos, Dolby Vision en audiodescriptie.

Waarom deze scheiding? Apple heeft Apple TV+ recentelijk hernoemd naar Apple TV en wil daarmee de merkvoering binnen het ecosysteem eenvoudiger en herkenbaarder maken. Met die wijziging probeert het bedrijf verwarring tussen het fysieke apparaat, de app en de abonnementsdienst te verminderen door één samenhangende naam voor alles rondom televisiekijken en streaming te creëren.