iPhone-schermgrootte kiezen: wordt het 6,3-inch, 6,9-inch of een ander schermformaat?

In dit artikel:

Apple biedt iPhones aan in meerdere schermformaten, wat een belangrijke keuzefactor is bij het kopen van een nieuw toestel. Schermdiagonaal wordt van hoek tot hoek gemeten; recente modellen variëren van circa 4,7-inch (oude iPhone SE) tot huidige standaardmaten rond 6,1–6,3 inch, met grotere opties van 6,5, 6,7 en zelfs 6,9 inch voor wie maximaal scherm wil. De formaten zoals in de iPhone 16-, iPhone Air- en iPhone 17-series zullen naar verwachting de komende jaren min of meer hetzelfde blijven. Er zijn ook geruchten over een opvouwbare iPhone in 2026 met een binnenpaneel van 7,6 inch en een buitenpaneel van 5,5 inch.

Kleinere of gemiddelde schermen (6,1–6,3 inch) zijn compacter en makkelijker met één hand te bedienen, en passen beter in zakken. Varianten met smalle schermranden (zoals sommige 6,3-inch-modellen en de oude mini’s) benutten dat voordeel extra; oudere 4,7-inch SE-modellen zijn fysiek klein maar technisch verouderd. Nadelen zijn doorgaans minder batterijcapaciteit en minder ruimte voor content en multitasking.

Grote schermen (6,5–6,9 inch) bieden betere leesbaarheid, meer schermruimte voor apps en multimedia en vaak een langere batterijduur, maar ze zijn zwaarder, duurder en minder prettig in één hand of in een broekzak. Fabrieksontwerpen zoals de afgeronde randen van recente Pro-modellen verbeteren de grip iets.

Kies vooral op basis van hoe je het toestel gebruikt: prioriteer draagbaarheid en éénhandig gebruik of juist kijk- en batterijprestaties. Voor wie hulp nodig heeft bij een specifieke keuze, bestaan er overzichten van actuele modellen en hun eigenschappen.